Vorig jaar bleek dat veel Nederlandse gemeenten burgers stelselmatig online in de gaten houden. Dat deed veel stof opwaaien. BVNL verzocht het kabinet dergelijke praktijken direct een halt toe te roepen. In plaats daarvan komen er nu ‘regels’ voor overheidsspionage.
Enemy of the state
Je denkt dat het iets is dat alleen in films gebeurt, maar inmiddels weten we dat je in Nederland zomaar opeens enemy of the state kunt worden. Onlangs bleek uit openbaar gemaakte WOB-verzoeken dat het kabinet tijdens de coronacrisis kritische burgers op social media in de gaten hield en zelfs liet monitoren door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Het was eigenlijk niets nieuws. Uit een rapport van de Rijksuniversiteit Groningen bleek al eerder dat veel Nederlandse gemeenten stelselmatig hun inwoners online in de gaten houden. Hiermee zou de openbare orde gehandhaafd worden en het zou helpen bij het opsporen van bijstandsfraude. In werkelijkheid zijn het simpelweg verkapte spionagepraktijken, in strijd met de privacywet AVG. Daarom komt het kabinet nu met een oplossing: gewoon legaal maken, wat niet legaal is. Komend najaar zal er een ‘juridisch kader’ komen, waarin vastgelegd ligt dat burgers online gemonitord mogen worden door de overheid. Zogenaamd onder allerlei beschermende voorwaarden en allemaal in het kader van de nationale veiligheid. Maar we weten allemaal wat het écht betekent: Big Brother is watching you.
Inbreuk op fundamentele rechten
Vandaag meldt de Volkskrant dat het grootschalig aftappen van communicatie via internetkabels tegenwoordig technisch mogelijk is en dat inlichtingendiensten daarvoor al aanvragen hebben ingediend. Op z’n minst opmerkelijk, aangezien in 2018 een verhitte discussie werd gevoerd over de Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten (Wiv), oftewel de ‘sleepwet’, die inlichtingendiensten dergelijke bevoegdheden gaf. Zowel de AIVD, als de NIVD hebben in 2021 een aanvraag gedaan voor kabelinterceptie. Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken wordt er ‘zo beperkt mogelijk inbreuk gemaakt op de fundamentele rechten van burgers.’ Het zou lachwekkend zijn, als het niet zo tragisch en bovendien gevaarlijk was. Tenslotte: bestaat er zoiets als ‘beperkt’ breuk maken op fundamentele rechten? Wat BVNL betreft niet.
Met een verrekijker in de bosjes
Juridische kaders maken het niet geoorloofd om zomaar burgers te bespioneren. Zo kun je tenslotte voor alles wel een wettelijke basis creëren, maar dat is een glijdende schaal. We leven weliswaar in een tijd van steeds verdergaande digitalisering, maar dat betekent niet dat de privacy van burgers op het wereldwijde web dus maar te grabbel mag worden gegooid. Tenslotte mag de gemeente ook niet met een verrekijker in de bosjes bij uw huis gaan liggen om te zien wat u allemaal uitspookt, dus waarom zou dat online anders zijn? Natuurlijk is het zo dat gemeenten de taak hebben de veiligheid te bewaken en misdaad en fraude op te sporen. Bij gegronde verdenking van misstanden door burgers moeten zij dus inderdaad de mogelijkheid en de middelen hebben om dit te onderzoeken. Maar wat zijn de criteria daarvoor? En hoever mag men gaan? ‘Stelselmatig inwoners volgen op internet is uit den boze’ zei de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in februari van dit jaar. Dat klinkt mooi in theorie, maar de realiteit is dus al een andere gebleken.
Niets te verbergen, niets te vrezen?
De afgelopen jaren hebben ons laten zien hoe snel het mis kan gaan als de overheid het niet zo nauw neemt met de rechten en vrijheden van burgers. Wat ons nog niet zo lang geleden absurd in de oren klonk, is inmiddels bijna normaal geworden. Kritische burgers worden aangemerkt als staatsgevaarlijk en stiekem gevolgd op social media, terwijl daar geen gegronde redenen voor zijn. We stevenen af op de invoering van een allesomvattende, digitale identiteit, met een zogenaamde wallet, waarin onze hele doopceel wordt gelicht. En nu krijgt overheidsspionage zelfs een wettelijke grondslag. Maar ach, wie niets te verbergen heeft, heeft ook niets te vrezen, wordt er dan al snel gezegd. En juist daarin schuilt het gevaar. Wie bepaalt wie er niets te vrezen heeft? Gebaseerd waarop? BVNL maakt zich grote zorgen over de steeds verdergaande bemoeizucht en controledrang van de Nederlandse overheid. Ronald Reagan deed ooit de gevleugelde uitspraak: “I’m from the government, and I’m here to help.” Hij noemde het ‘de negen meest angstaanjagende woorden in de Engelse taal’. Want een overheid die zich presenteert als alleswetende en allesoverheersende hoeder van de burger handelt zelden in het belang van die burger, maar voornamelijk in het belang van de overheid zelf. En dat is inderdaad doodeng.