Tweede Kamerlid Wybren van Haga dient bij het Presidium, het dagelijks bestuur van de Kamer, een klacht in over de rol van Paul van Meenen (D66), die als voorzitter optrad tijdens het debat over de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
“Van Meenen snoerde mij de mond toen ik van mevrouw Simons (BIJ1) opheldering wilde waarom actieve leden van haar partij mij op Twitter ‘een kogel door mijn kop’ wensen een concrete doodsbedreiging. Ik wilde weten waarom zij, als leider van haar partij, daar geen afstand van heeft genomen. In plaats dat Van Meenen als voorzitter van het debat mevrouw Simons in de gelegenheid stelde om stellig afstand van het gepleegde misdrijf te nemen, maakte hij een einde aan het debat”, aldus Van Haga. “Schandalig, dat ik de partijleider van BIJ1 niet kan kapittelen om doodsbedreigingen aan mijn adres door een actief en prominent lid van haar partij.”
Van Haga is niet te spreken op het handelen van Van Meenen, zeker ook omdat hij sowieso weinig spreektijd toebedeeld heeft gekregen.“Als afsplitser heb ik nauwelijks spreektijd en wordt mijn fractie ook financieel gekort ten opzichte van andere fracties. Dat terwijl ik in mijn eentje bij de laatste Kamerverkiezingen goed was voor vier Kamerzetels. Bovendien had ik in dit specifieke debat nog geen enkele interruptie gepleegd”Van Haga gaat er vanuit dat zowel mevrouw Simons als de heer Van Meenen hun excuses zullen aanbieden.