BVNL begrijpt er niets van dat een meerderheid van het parlement weigert om zo snel mogelijk plenair een debat te voeren over de kwestie Arib. Wybren van Haga: “Partijen, met allerlei belangen, schijnen dat liever in de achterkamertjes te doen, dan dat de mensen thuis mee kunnen kijken hoe wij deze schaamteloze vertoning als Kamer in de plenaire zaal met elkaar oplossen, teneinde de verloren waardigheid van ons parlement te hervinden.”
Wat BVNL betreft is het een gotspe dat men niet wil spreken over mogelijk meerdere keren strafbaar lekken uit het Presidium, het dagelijkse bestuur van de Kamer. “Er wordt geen klare wijn geschonken over het feit dat de ambtenaar die over Arib geklaagd had en de leiding over het onderzoek naar de oud-Kamervoorzitter zou krijgen. We vinden het heel normaal dat dik betaalde ambtenaren hun functie met doorbetaling van het salaris neerleggen, maar dat is simpelweg werkweigering. En we pikken het dat er nog steeds geen onafhankelijk onderzoek is opgestart naar Arib. Dat is niet in het belang van de oud-Kamervoorzitter, de huidige Kamervoorzitter, de ambtenaren en het aanzien van het parlement”, zegt Van Haga, die stelt dat de ‘gewaardeerd oud-Kamervoorzitter Arib’ een dergelijke ‘amateuristische’ behandeling niet verdient. “Datzelfde geldt voor de 600 hardwerkende ambtenaren die de huidige ontwikkelingen in de Tweede Kamer niet verdienen.”