Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de melding van een klokkenluider van de NPO, waar niets mee werd gedaan. De Secretaris-Generaal van het ministerie van OCW, waarbij de misstanden gemeld werden, bleek een persoonlijke relatie te hebben met de toenmalig bestuursvoorzitter van de NPO. Een zweer kwalijke gang van zaken. En exemplarisch voor hoe de Nederlandse overheid te werk gaat.
Betonrot in bestuurlijk Nederland
Nederland heeft een onveilig klimaat voor klokkenluiders. Er zijn geen echt onafhankelijke meldkanalen, meldingen worden heel vaak niet opgevolgd en klokkenluiders worden na een melding niet zelden zwaar benadeeld, soms zelfs zodanig dat hen dit hun leven lang blijft achtervolgen. Nederland hangt aan elkaar van netwerkcorruptie en vriendjespolitiek en dit incident bij de NPO is eigenlijk geen incident, maar een symptoom van de betonrot die zich een wegvreet door alle lagen van bestuurlijk Nederland.
Vorig jaar had de nieuwe Wet bescherming klokkenluiders in werking moeten treden, maar die is tot op heden nog steeds niet van kracht. Deze wet moet klokkenluiders beter beschermen. BVNL wil weten wanneer deze wet eindelijk geïmplementeerd wordt en een onderzoek naar potentieel eerder in de doofpot gestopte meldingen van misstanden binnen de NPO. Dit zou tenslotte weleens een druppel op een roodgloeiende plaat kunnen zijn.
Geen subsidie voor de NPO
Bovendien vraagt BVNL zich af: moet de subsidie aan de NPO niet afgeschaft worden? Iedere Nederlander is tegen wil en dank lid van de publieke omroep en betaalt daarvoor. De dik betaalde presentatoren waar de klokkenluider melding van maakte, staan dus bij de burger op de loonlijst. Wederom een voorbeeld van de burger die betaalt, maar niet bepaalt. En dan vindt het kabinet het gek dat het vertrouwen in de overheid zienderogen daalt? Wat BVNL betreft worden de Secretaris-Generaal van OCW en de voormalig bestuursvoorzitter, die onlangs is aangesteld als D66-wethouder in Amsterdam, op non-actief gesteld. Dat zou misschien een eerste stap zijn, op de lange weg terug naar vertrouwen.