Op 12 november diende BVNL Oegstgeest een motie in die de gemeenteraad oproept om werk te maken van de bestrijding van antisemitisme in de gemeente. Aanleiding waren hakenkruizen, die onlangs op de deur van een sportkleedkamer van een sportclub in Oegstgeest en op een houten bank in deze kleedkamer waren gekrast. Een gastspeler uit Amstelveen attendeerde de club hierop. Het duurde maar liefst een maand voordat de tekens werden verwijderd. Wat BVNL betreft had dit nooit zo lang mogen duren en moeten dit soort uitingen en ontwikkelingen in de kiem worden gesmoord. Om hier concreet handen en voeten aan te geven diende BVNL deze motie in. Echter, tot onze grote ontsteltenis waren alle Oegstgeester politieke partijen tegen de motie. Als argumentatie voor het verwerpen van de motie werd de situatie in het Midden-Oosten aangedragen. BVNL vindt dit volstrekt buiten de orde en wijst erop dat antisemitische sentimenten en/of welke vormen van discriminatie in Nederland dan ook altijd bestreden dienen te worden. Om het debat op dat moment niet verder te polariseren trok BVNL de motie in, zodat er op een later moment, op 14 november jl., opnieuw over kon worden gesproken. Waar wij hoopten op een constructieve dialoog, werd niets minder waar en dreef de rest van de gemeenteraad de situatie alleen nog maar verder op het spits. Wat BVNL betreft is hier het laatste woord nog niet over gezegd. Bij antisemitisme kan er tenslotte absoluut geen sprake zijn van een ‘ja, maar…’. BVNL streeft naar een harmonieuze samenleving en wil voorkomen dat mensen van elkaar verwijderd raken. Dat betekent echter niet dat daders van wandaden niet moeten worden aangesproken en aangepakt. In Oegstgeest is voor dergelijke uitingen wat BVNL betreft geen plaats.