Klaas van Egmond breekt in het FD van maandag 23 januari een lans voor de digitale euro. Zijn invalshoek is origineel, maar hij laat een paar belangrijke zaken buiten beschouwing. Volgens Van Egmond is een digitale euro, uitgegeven door de ECB, echt geld in tegenstelling tot fiduciair geld, zoals thans met geldscheppende commerciële banken het geval is. Maar echt geld is datgene dat als wettig betaalmiddel wordt geaccepteerd en daarnaast de traditionele functie heeft van oppotmiddel en rekeneenheid. Niet meer en niet minder.
Ernstige gevolgen voor de privacy
Van Egmond schrijft dat de ECB (of DNB) dan het geld zou ‘maken’ en dat dit veiliger en democratischer is omdat ‘de centrale bank uiteindelijk onder de parlementaire democratie ressorteert’. Maar centrale baken horen onafhankelijk te zijn van de politiek.
Ook mag men niet vergeten dat een digitale euro programmeerbaar kan zijn, met ernstige gevolgen voor de privacy van burgers. Hier wordt momenteel heftig over gedebatteerd in de politiek.
Maar stel dat alle spaarders hun geld in digitale euro’s zouden aanhouden bij de ECB en dat deze zich niet bezighoudt met bancaire dienstverlening, zoals kredieten en hypotheken. Wie financiert bedrijven, burgers en onroerend goed dan? De gewone banken niet, want die hebben geen funding meer. Wie houdt de economie draaiende, wie vervult de functie van intermediair tussen vraag en aanbod van lang en kort geld?
Reddingsoperatie
De ECB mag geen risico’s lopen, want volgens Van Egmond speculeren gewone banken om een hoog rendement te maken en dat is uit den boze. Dat valt tegenwoordig, zeker met de invoering van Bazel III en IV, overigens wel mee. Trouwens, als grote groepen spaarders toch een hoger rendement eisen en dus hun geld en masse bij de commerciële banken stallen, zal er toch een reddingsoperatie indien nodig moeten worden opgetuigd, om sociale onrust te voorkomen. In 2008 ging het precies zo.
En kan men eigenlijk wel op de algehele financiële gegoedheid van de centrale bank aan? Immers, in september rapporteerde DNB grote verliezen op haar portefeuille staatsobligaties, die waren opgekocht tijdens de corona-steunpakketten in Europees verband. DNB kon zelfs niet uitsluiten dat het hele eigen vermogen verloren zou kunnen worden en men dus met een negatief eigen vermogen opgescheept zit.
Wie zou dan dit negatieve vermogen en buffers moeten aanzuiveren? Inderdaad, de belastingbetalers, via de aandeelhouder van DNB: de Staat der Nederlanden.
Laten we nog maar eens heel goed nadenken over de voor- en nadelen van een digitale euro, uitgegeven door de centrale bank.