De Nederlandse defensie is jarenlang een ondergeschoven kindje geweest. BVNL wil zo snel mogelijk herstel, met meer materieel en personeel. Onze krijgsmacht moet weer volwaardig en onafhankelijk worden.
Beter laat, dan nooit
Drie dagen houden we het vol in een oorlog. Als het meezit. Dat zegt Niels van Woensel, voorzitter van de Nederlandse Officieren Vereniging. Het is het tragische en zorgwekkende gevolg van jarenlange bezuinigingen, waardoor er nu niks meer van onze krijgsmacht over is. Defensie heeft duizenden vacatures openstaan en mist heel veel materieel. Al jaren werd beterschap beloofd, maar er was een daadwerkelijke oorlog in Oekraïne voor nodig om het kabinet te doen inzien dat er structureel meer geld nodig is voor Defensie. Beter laat, dan nooit.
Vorig jaar presenteerde BVNL al een tien-puntenplan voor het redden van de krijgsmacht, waarin wij onder andere pleiten voor een verhoging van defensie-uitgaven naar twee procent van het BBP, betere beloning van het personeel en uitbreiding van het takenpakket van de marechaussee. Maar het gaat jaren duren voor we de krijgsmacht weer op de rails hebben. Het is dus zaak dat het kabinet aan het werk gaat.
Niet afhankelijk van anderen
BVNL stelt voor om deals te sluiten met de Nederlandse militaire industrie om nieuw materieel aan te kopen en daarbij in te zetten op beschikbare producten. Op dit moment heeft Nederland niet één tank. We kloppen aan bij Duitsland voor het leasen van materieel. Die afhankelijkheid van anderen moet stoppen. Een nieuw personeelssysteem met flexibele oplossingen voor beroepsmilitairen, deeltijdmilitairen en burgermedewerkers en de inzet van veteranen, kan zorgen voor het aantrekken van nieuw personeel. Nederland dient een zelfstandige, volwaardige krijgsmacht te hebben, in plaats van steeds verder te integreren met legers van onze buurlanden. De plannen voor een Europees leger baren BVNL grote zorgen. Ons steentje bijdragen aan bondgenootschappelijke verdediging is belangrijk, maar Nederland moet bovenal zichzelf kunnen verdedigen. Veiligheid is namelijk niet vanzelfsprekend.