Deze week kondigde minister van Buitenlandse Zaken, Wopke Hoekstra, aan meer Europese militaire samenwerking te willen. De opmars naar een Europees leger baart BVNL grote zorgen. Wat blijft er nog over van onze militaire autonomie?
Uitgeleverd aan de EU
De Europese vinger wordt steeds dieper in de Nederlandse pap gestoken. We hebben al Europese stikstofregels, Europese gezondheidsregels, Europese censuurregels en ook onze nationale krijgsmacht wordt inmiddels onderworpen aan de bemoeizucht van de EU. De oorlog in Oekraïne illustreert hoe Nederland tegen wil en dank een militair conflict wordt ingerommeld, waar wij helemaal niets mee te maken hebben en ons dus ook helemaal niet mee zouden moeten bemoeien. Ons standpunt hierover blijft ongewijzigd: wij veroordelen de inval van Rusland scherp, maar vragen de ministers met klem het hoofd koel te houden. Sancties treffen de verkeerde mensen en zijn voornamelijk schadelijk voor onszelf. We moeten stoppen met escaleren en inzetten op vrede, in plaats van op militaire steun en misplaatste bravoure.
Maar dit is nog maar de opmaat naar wat onze krijgsmacht te wachten staat, als het aan Brussel en de Eurofielen in Den Haag ligt. Een Europees leger moet er komen, een zogenaamde ‘snelle interventiecapaciteit’, waarvoor Nederland militairen moet leveren. Onze jongens en meiden moeten dus uitgeleverd worden aan de EU, die hen willekeurig voor wat dan ook en waar dan ook kan inzetten. BVNL is hier pertinent op tegen. Ons nationale leger is niet op Europese afroep beschikbaar.
Blik militairen opentrekken
Dat het kabinet eindelijk meer wil gaan investeren in de krijgsmacht is positief. Door de vreselijke oorlog in Oekraïne realiseren bijna alle partijen zich nu het belang van een goede krijgsmacht en is men inmiddels bereid om de NAVO-norm van 2 procent van het BNP te halen. Maar het is volstrekt absurd dat de ministers voor Defensie en Buitenlandse Zaken de het Nederlandse leger een speelbal laat worden van de megalomane Europese ambities. Het Strategisch Kompas, een actieplan voor Europese militaire samenwerking, vereist een ‘flitsmacht’ van 5000 militairen die op stel en sprong kunnen worden ingezet in ‘noodsituaties’. Hoe valt dat te rijmen met het nijpende personeelstekort bij onze krijgsmacht? Het is niet alsof wij zomaar even een blik militairen kunnen opentrekken dat op de plank stond te verstoffen, dus waar moeten we die mensen vandaan halen? En wie blijven er dan over om het eigen land te verdedigen? Maar dat doet er uiteraard niet toe, want het belang van Europa gaat boven het belang van Nederland.
EU als Commandant der Strijdkrachten
Het kabinet wil meer bijdragen aan militaire EU-missies. Het Strategisch Kompas maakt het mogelijk voor de EU om binnen 30 dagen een militaire missie te starten, ook buiten EU-landen. Dit is een gevaarlijke glijdende schaal. BVNL wil ver weg blijven van conflicten waar wij niets mee te maken hebben, maar in hoeverre kan Nederland nog zelf beslissen over wie, waarvoor wordt ingezet en waarom, als de EU fungeert als Commandant der Strijdkrachten? De EU en het kabinet willen dat er een Europees Defensiefonds komt en de Nederlandse uitgaven daaraan moeten sterk verhoogd worden. Hiermee moeten de lidstaten gezamenlijk capaciteiten ontwikkelen en aankopen. Dit gaat BVNL veel te ver. Het Europese defensiebeleid kost miljoenen en het is onnodig rondpompen van geld, waarbij Nederland aan het kortste eind trekt. Ondertussen moet onze eigen krijgsmacht het al jaren doen met een appel en een ei en worden onze militairen geschoffeerd met aftands materieel en schamele salarissen. Maar militair Europa mag wat kosten. In plaats van inzetten op militaire steun voor andermans oorlogen en die ook nog eens bekostigen, moeten wij inzetten op vrede. Met wapens en geld voor geweld is het tenslotte nog nooit tot een staakt het vuren gekomen.
BVNL hecht grote waarde aan de Nederlandse krijgsmacht. Het is van essentieel belang dat onze militaire soevereiniteit behouden blijft en versterkt wordt. Het kabinet is primair verantwoordelijk voor onze eigen bescherming en verdediging, niet voor die van andere landen. ‘De eerste dode in elke oorlog is het gezond verstand’; de Nederlandse houding in het Oekraïne-conflict is er een sprekend voorbeeld van. Nog meer Europese militaire bemoeienis zal – letterlijk en figuurlijk – alleen maar meer slachtoffers maken.