Op 18 januari 2024 diende BVNL, samen met advocate Meike Terhorst, een Woo-verzoek in bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hierin vroegen wij om openbaarmaking van de brief die naar de WHO zou zijn gestuurd met een Nederlands voorbehoud op de wijzigingen in de International Health Regulations (IHR). Deze week weigerde BuZa opnieuw openheid van zaken.
Dertig Kamerleden vroegen het kabinet in de zomer van 2023 een Nederlands voorbehoud te maken op de aangekondigde wijzigingen in de IHR. Deze wijzigingen zouden namelijk grote gevolgen kunnen hebben voor gezondheidsbeleid op nationaal niveau en de WHO nog meer zeggenschap geven over hoe individuele landen omgaan met de publieke gezondheid van hun bevolking. Het gevraagde voorbehoud is volgens BuZa op 16 augustus 2023 aan de Directeur-Generaal van de WHO verzonden. Echter, heeft niemand deze ‘diplomatieke nota’ ooit gezien of weet wat erin staat. BVNL heeft deze brief daarom opgevraagd.
Volgens het Ministerie van Buitenlandse Zaken kan de aan de WHO verstuurde nota niet worden vrijgegeven, omdat dat de ‘internationale diplomatieke betrekkingen’ van Nederland met andere landen in gevaar zou kunnen brengen. Concrete aanwijzingen dat dat inderdaad een mogelijk gevolg zou kunnen zijn van het openbaar maken van deze nota, hoeven er volgens BuZa niet te zijn. De Nederlandse Staat mag zich dus, kort gezegd, beroepen op een verschoningsgrond in de Woo, zonder dat hiervoor plausibele argumentatie bestaat. Hierdoor omzeilt de overheid de wet en geeft zichzelf bovendien een vrijbrief om de mazen in die wet te pas en te onpas naar believen te gebruiken. Uit onderzoek van Follow the Money bleek onlangs dat dit een ‘rijksbrede instructie’ is binnen de gehele Rijksoverheid.
BVNL maakt zich grotere zorgen over de gevaren van de steeds verdergaande invloed van ondemocratische organisaties zoals de WHO op ons nationaal beleid, dan over de gevaren van openbaarheid van bestuur voor de diplomatieke betrekkingen van Nederland met andere landen. Het belang van Nederland zou altijd op één moeten staan en de afgelopen jaren hebben bij uitstek laten zien dat de inmenging van internationale, geopolitieke mogendheden dat belang lang niet altijd dienen en leiden tot grote schade voor onze nationale economie, onze publieke gezondheid en de Nederlandse samenleving als geheel. Geheimhouding van communicatie en afspraken van onze regering met dit soort organisaties zou dus alleen in zeer uitzonderlijke gevallen toegestaan mogen zijn. Daarnaast betreft het hier een brief op verzoek van tientallen gekozen volksvertegenwoordigers en daarmee dus op verzoek van een aanzienlijk deel van het Nederlandse volk. Deze brief geheimhouden schendt de democratie.
BVNL braadt zich op volgende juridische stappen om de brief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de WHO alsnog vrij te krijgen. Wij houden u op de hoogte van de voortgang.