De grote hoeveelheid vluchtelingen uit Oekraïne doet de toch al overvolle opvangcentra in ons land overstromen. Er zijn namelijk ook veel mensen uit andere landen die op onze poort kloppen. Het is het resultaat van jarenlang iedereen maar binnenlaten. Nu barst Nederland uit z’n voegen.
Hoe meer zielen, hoe meer vreugd?
Nederland is het land van melk honing. Al jarenlang staan onze deuren wagenwijd open voor iedereen die op zoek is naar een beter leven. Onze opvangcentra puilen uit, de woningnood wordt ieder jaar nijpender door alle vreemdelingen die gehuisvest moeten worden en ons sociale stelsel piept en kraakt onder de druk van iedereen die voorzieningen nodig heeft. En nu staan de oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne ook nog in rijen dik voor de grens, te dringen samen met de vluchtelingen uit al die andere landen die hun heil komen zoeken in vluchtelingenparadijs Nederland. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) wil met spoed meer opvangplekken om alle asielzoekers te kunnen onderbrengen. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd, is kennelijk het credo. Maar BVNL wordt daar bepaald niet vrolijk van.
Laks Nederlands asielbeleid
Veiligheidsberaad-voorzitter Hubert Bruls wil zo snel mogelijk meer opvanglocaties openen, desnoods ‘onder dwang’. Binnen twee weken moeten er in Nederland maar liefst 50.000 plekken voor Oekraïense vluchtelingen gerealiseerd zijn, bijvoorbeeld door leegstaande panden in te zetten, of kantoorpanden om te bouwen tot opvanglocatie. Zelfs het wijzigen van de wet wordt hiervoor niet geschuwd. BVNL sympathiseert met mensen die in hun eigen land niet veilig zijn en wegvluchten voor oorlog. Echte Europese vluchtelingen moeten, inderdaad, barmhartig – maar wel tijdelijk – worden opgevangen. Maar door het lakse Nederlandse asielbeleid is dat nu eigenlijk niet meer mogelijk. De afgelopen jaren hebben we zoveel mensen binnengelaten die hier eigenlijk niets te zoeken hadden, dat we nu uit onze voegen barsten. De ironie is niet ver te zoeken: omdat we iedereen hebben binnengelaten, moeten we de mensen die écht opvang nodig hebben buiten laten staan.
Nederland is één groot asielzoekerscentrum
Nederlanders kunnen nergens meer wonen en geen zorg en andere basisvoorzieningen meer krijgen, maar we kunnen wel op stel en sprong huisvesting realiseren voor mensen uit Syrië en Afghanistan, omdat zij ‘benadeeld’ worden door alle Oekraïense oorlogsvluchtelingen die opeens hun plekjes ‘inpikken’. Het is dweilen met de kraan open, omdat het kabinet die kraan veel te lang heeft laten lopen. Nu doen alsof de oorlog in Oekraïne de oorzaak is van de vluchtelingencrisis in ons land, getuigt niet alleen van kortzichtigheid, maar vooral van het afschuiven van de eigen verantwoordelijkheid van het kabinet, voor het creëren van een probleem dat al heel lang bestaat. Het onteigenen van vastgoed is wat BVNL betreft dan ook uit den boze. Voordat we onze eigen mensen van hun bezit gaan beroven, moeten we eerst maar eens de nepvluchtelingen zonder recht op asiel naar huis sturen. Nederland heeft van zichzelf één groot asielzoekerscentrum gemaakt en de Nederlanders zelf zitten – letterlijk inmiddels – om bed, bad en brood verlegen.
Of je nou vindt dat asielzoekers, alle asielzoekers, moeten worden opgevangen, of niet, uiteindelijk is de vraag of dat überhaupt kan veel belangrijker. En het antwoord daarop is simpel: dat kan niet in Nederland. Dat kan al heel lang niet meer. We zitten vol, overvol. Dus nee, er kan niet nog meer bij. Nederland is een klein land, we moeten ons niet groter voordoen dan we zijn. Ook aan naastenliefde zit een grens. En de realiteit is dat die grens al lang door veel te veel mensen is overschreden.