BVNL verzet zich tegen het criminaliseren van de industrie in Nederland. Deze bedrijven verdienen het geld voor Nederland en zorgen voor veel werkgelegenheid. Belangrijke industrie, zoals de Rotterdamse haven, moet daarom een beschermde status krijgen, in plaats overgeleverd te worden aan de klimaatlobby, die de Nederlandse economie geweld aandoet.
BVNL wijst op de radicale actiegroep Extinction Rebellion, die afgelopen week een raadsvergadering in Rotterdam verstoorde en een spandoek uitrolde met daarop de tekst: ‘Havenbedrijf Rotterdam heeft bloed aan haar handen.’ Van Haga: “Ooit waren we trots op de Rotterdamse haven, de grootste zeehaven van Europa. Nu wordt de haven bedreigd door allerhande milieuorganisaties, die uit zijn op het decimeren van deze banenmotor.”
Poort tot de wereld
De Rotterdamse haven wordt al steeds schoner door inspanningen van bedrijven die actief zijn in het gebied. Van Haga: “Bovendien vormen zeehavens een belangrijke poort tot de wereld voor goederen van Nederlandse makelij. Naast de al bekende economische waarde van de zeehavens, leveren zij een grote bijdrage aan de Nederlandse exportverdiensten. De havens in het Rijn- en Maasmondgebied dragen zo’n 34 miljard euro bij aan de exportwaarde voor Nederlandse producten. Dat verdient steun. Laat industriegebieden daarom floreren en geef ze naar voorbeeld van beschermd stadsgezicht een beschermde status.”
Subsidieslurpende milieuorganisaties zorgen ervoor dat er duizenden banen verdwijnen en dat waardevolle bedrijven vertrekken uit ons land. Dat is catastrofaal voor ons vestigingsklimaat en onze collectieve welvaart en dus allesbehalve duurzaam. BVNL dient het voorstel voor de beschermde status voor industriegebieden deze week in bij de begrotingsbehandeling Economische Zaken.