Tweede Kamerlid Wybren Van Haga: “De vrijheid van meningsuiting mag alleen worden ingeperkt door het strafrecht, niet door staatscensuur.”
De ironie is niet ver te zoeken: de Tweede Kamer debatteert over de gevaren van desinformatie, maar past zelf op steeds grotere schaal censuur toe. BVNL-voorman Wybren van Haga vraagt de staatssecretaris tijdens het desinformatie-debat wat desinformatie nou eigenlijk is en wie dat bepaalt.
Monopolie op de waarheid
“Het kabinet tuigt een Ministerie van Waarheid op, om de ‘ontwrichtende rol van desinformatie’ in de samenleving tegen te gaan. De oplossing? Iedereen met een onwelgevallige mening en alle informatie die niet conform het overheidsnarratief is monddood censureren. Het is de wereld op z’n kop”, vindt Van Haga, die de staatssecretaris bij het debat zal wijzen op de verregaande monitoring van onschuldige burgers tijdens de coronacrisis, waarbij sommige kritische mensen zelfs de politie aan de deur kregen, naar aanleiding van hun uitspraken op social media. Van Haga: “De vrijheid van meningsuiting is een grondrecht. Dat recht mag alleen ingeperkt worden als iemand zich schuldig maakt aan een strafbaar feit. Maar zeggen dat je het niet eens bent met de overheid, of informatie verspreiden waarvan het kabinet misschien liever niet heeft dat mensen die horen, is geen misdaad. Het monopolie op de waarheid dat de Staat zich heeft toegeëigend is schadelijk voor het publieke debat en democratie.”
NCTV en LIMC
BVNL stelde al meermaals Kamervragen over de ‘desinformatie-operatie’ die de overheid beweerde niet te voeren, maar wel degelijk grootschalig uitrolde, waarbij inlichtingendiensten zoals de NCTV en het in het geniep opgerichte, clandestiene Land Information Manoeuvre Centre (LIMC) verregaande burgersurveillance toepasten, zonder dat daarvoor een juridische grondslag was. “‘Desinformatie’ is een soort kapstok-begrip geworden waaraan de overheid alles kan ophangen dat niet in haar straatje past. Lastige vragen? Desinformatie! Contrasterende inzichten? Desinformatie! Tegengestelde meningen? Desinformatie! Maar wat is desinformatie dan eigenlijk? Wie bepaalt dat en op basis waarvan? En wat is er eigenlijk gevaarlijker: de informatie die mensen niet krijgen, of de eenzijdige en onvolledige informatie die zij bij gratie van de Staat wel krijgen?” vraagt Van Haga zich af.
Oost-Indisch doof
BVNL zet vraagtekens bij de invoer van de Digital Services Act, die meer veiligheid online zou moeten waarborgen. “Weer een tentakel van het Brusselse monster dat ons hier in Nederland de keel afknijpt. We krijgen steeds minder lucht en mogen straks alleen nog maar het Europese verhaal vertellen. Ons eigen verhaal is ‘nepnieuws’. Maar het is juist de overheid die de afgelopen jaren een stroom feitenvrije propaganda de wereld in heeft gepompt. Als er iets de samenleving heeft ontwricht, dan is dat het wel. Het vertrouwen in de politiek is nog nooit zo laag geweest en de polarisatie tussen burgers nog nooit zo groot. Het is tijd dat de overheid het embargo op de waarheid opheft en ons niet langer de mond snoert, omdat ze zelf Oost-Indisch doof is voor de stem van het volk.”