Tijdens de coronacrisis is de Nederlandse overheid op vele fronten ver buiten haar – wettelijke – boekje gegaan. Onder andere door het op grove wijze schenden van de privacy en de vrijheid van meningsuiting van onschuldige burgers. Het ‘informatie gestuurd optreden’ van het Land Information Manoeuvre Centre (LIMC) was daar een voorbeeld van. Dit orgaan deed op grote schaal aan burgersurveillance, terwijl hiervoor geen wettelijke grondslag was. BVNL vroeg hierover meermaals opheldering, maar kreeg deze niet. Daarom roept Wybren van Haga nu opnieuw minister Ollongren van Defensie op het matje.
Op 1 februari 2023 debatteerde de Tweede Kamer over het eerste deelrapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV). Hierin werd de aanpak van de coronacrisis in de periode van maart tot september 2020 behandeld. Gedurende deze periode was het door de Landmacht in het leven geroepen Land Information Manoeuvre Center (LIMC) actief, dat experimenteerde met zogenaamd Informatie Gestuurd Opereren (IGO). Oftewel: het (online) monitoren en surveilleren van burgers teneinde een potentiële ‘dreiging’ in kaart te brengen. Dit gebeurde zonder wettelijke grondslag, zonder dat de Tweede Kamer daarover werd geïnformeerd en waarbij de privacy van vele burgers bovendien grof werd geschonden. Het Ministerie van Defensie zette de activiteiten van het LIMC pas stop, nadat het NRC ruchtbaarheid gaf aan de onrechtmatige basis waarop werd geopereerd. Daarnaast is de reden en het tijdstip van oprichting van dit spionage-orgaan diffuus. Volgens het kabinet werd het LIMC opgericht in maart 2020, maar uit Wob-verzoeken blijkt dat de ‘symbolische oprichting’ al plaatsvond op 3 december 2019. Tijdens het debat stelde Wybren van Haga hierover vragen aan de minister van Justitie en Veiligheid. Eerder al stelde BVNL schriftelijke vragen over het LIMC, maar hierop kwam nauwelijks antwoord. Helaas kreeg Van Haga ook tijdens het debat weer geen opheldering over het hoe en waarom van de oprichting van het LIMC en de activiteiten die door deze organisatie werden ondernomen. Sterker nog, de minister van J&V reageerde als door een wesp gestoken en weigerde in alle toonaarden om opheldering te geven. Verder dan ‘dat moet u aan de minister van Defensie vragen’ kwam zij niet.
BVNL laat het er niet bij zitten. Er zijn tijdens de coronacrisis grote wandaden begaan door onze overheid. Op oneigenlijke gronden en met onduidelijke doeleinden is het Nederlandse volk tot staatsvijand verklaard en zijn wij slachtoffer geworden van een ongelooflijke schending van onze grondrechten en vrijheden. Het is van het allergrootste belang dat achterhaald wordt wat er is gebeurd, waarom en wie hiervoor verantwoordelijk waren. Er moet rekenschap worden afgelegd voor de wandaden die zijn begaan en Nederland heeft recht op excuses en compensatie voor het leed dat ons land is aangedaan. BVNL heeft dan ook opnieuw Kamervragen over het LIMC ingediend, ditmaal aan de minister van Defensie.