De boeren krijgen met de strengere mestregels uit Brussel de zoveelste klap. Daar bovenop heeft landbouwminister Adema hen een fopspeen voorgehouden door te zeggen dat zij een jaar uitstel zouden krijgen. Bovendien heeft hij de Tweede Kamer verkeerd én te laat geïnformeerd. De overheid faalt consequent in het stikstofdossier, met alle gevolgen van dien voor onze boeren. BVNL vindt een motie van wantrouwen daarom op zijn plek.
Onbetrouwbare overheid
De verschillende landbouwministers hebben fout op fout gemaakt in het stikstofdossier. Meestal ging het om inhoudelijke blunders, veroorzaakt door gebrek aan kennis over de materie. Op andere momenten raakte het kabinet verstrikt in haar eigen Kafkaëske regels, waardoor de bedrijfsvoering voor boeren vrijwel onmogelijk is geworden. Daarnaast leidt de aanhoudende stroom aan dictaten vanuit de EU-commissaris tot totale kaalslag van de Nederlandse agrarische sector.
Een van deze dictaten legt Nederland nieuwe derogatieregels op die op 1 januari 2023 hadden moeten ingaan. Daarover was minister Adema op 19 december door de Europese Commissie duidelijk geïnformeerd. Echter, hierover heeft de minister de Kamer én bovenal de boeren niet geïnformeerd. Wybren van Haga is boos over zoveel laakbaarheid, die de boeren opnieuw keihard raakt en bovendien veel geld gaat kosten. “Met een overheid die stelselmatig onbetrouwbaar is, valt geen zaken te doen. Een motie van wantrouwen moet dan ook het gevolg zijn.”
Strengere mestregels uit Brussel
BVNL wijst erop dat de nieuwe mestregels uit Brussel immense gevolgen hebben voor Nederlandse boeren en de samenleving. Als er minder mest mag worden uitgereden, kost dat onze boeren immers tienduizenden euro’s, worden de schappen in de winkels leger en de boodschappen duurder. Bovendien ontbreekt de langjarige duidelijkheid die essentieel is voor een ondernemer om een bedrijf te kunnen voeren. We zijn onze soevereiniteit kwijt geraakt aan de EU en dit is op geen enkele wijze in het belang van Nederland.