Kamerlid Olaf Ephraim: “Contant geld is een wettelijk betaalmiddel en dat moet het ook altijd blijven.”
In de Tweede Kamer is vandaag het tweeminutendebat over de mogelijke invoering van een digitale euro. BVNL vraagt om de harde garantie dat contant geld gehandhaafd blijft en dat Nederland nooit zal deelnemen aan een programmeerbare digitale euro. Daarnaast pleit Kamerlid Olaf Ephraim voor een opt-out regeling voor Nederland. “Zo blijven we baas in eigen huis.”
Deze week ontstond er ophef over een brief van de Rabobank aan klanten om het gebruik van contant geld te ontmoedigen. In de brief wordt het klanten ontraden om veel geld contant op te nemen. Olaf Ephraim reageerde uiterst kritisch op de brief: “Waar bemoeit u zich mee? Contant geld is een wettelijk betaalmiddel en het opnemen ervan behoeft geen ‘waarschuwingsbrief’ uwerzijds richting de klanten.” Vandaag dient Ephraim een motie in die het kabinet oproept om ‘nogmaals te bevestigen dat het uitfaseren van contant geld niet aan de orde is.’
Niet deelnemen aan digitale euro
Minister Kaag (D66) van Financiën voert als een van de redenen voor de invoering van een digitale euro aan dat het gebruik van contant geld als betaalmiddel afneemt. “Als dat al zo is; waarom zou de digitale euro daar het antwoord op zijn? We hebben toch immers al de mogelijkheid tot pinnen en digitale betalingen?”, zegt Ephraim, die ook stelt dat de overheid straks mogelijk onze bestedingen kan monitoren middels een digitale identiteit en digitale portemonnee. Omdat voor BVNL de toegevoegde waarde van de digitale euro op geen enkele wijze is aangetoond, dient de partij ook een motie in die de regering verzoekt om een opt-out mogelijkheid te bedingen. “Daarmee is Nederland als EU-lidstaat niet op voorhand verplicht om zich aan de invoering van een digitale euro te houden.” Landen als Denemarken, Ierland en Polen hebben in het ook diverse opt-outs bedongen op verschillende beleidsterreinen. Zo heeft Denemarken de euro nooit in hoeven voeren.